Reinout draait met de top van zijn wijsvinger cirkels op het tafelblad. ‘Welbeschouwd is het één grote mislukking.’
Bijna drie jaar geleden liep het mis tussen Reinout en zijn vrouw. Hun oudste dochter is inmiddels een ‘probleemgeval’, er is gedoe op het werk en Reinout heeft spijt van ‘domme dingen’.
‘Je hele leven een mislukking?’, vraag ik.
Reinout knikt.
‘En dat noem je ‘welbeschouwd’?’
‘Nou ja, een knappe jongen die er wat anders van kan maken.’
Ik neem een slok koffie en denk na.
‘Terwijl je toch best veel moeite hebt gedaan om er iets moois van te maken? En nog steeds, volgens mij…’
‘Ja..’, zucht Reinout. ‘Dat maakt het nog triester. Ik keek vanmorgen in de spiegel…ik zag die wallen en ik dacht…’ Hij schudt zijn hoofd.
‘Ik heb weleens een kat uit het water zien klauteren’, zeg ik. ‘Geen idee hoe dat beest in die sloot terecht gekomen was. Eigen schuld misschien… of domme pech… Maar die kat had voor zijn leven gevochten.’
Reinout gniffelt.
‘Ziet er niet uit hoor, zo’n drijfnat beest. En weet je wat ‘ie zei?’
Reinout kijkt me onzeker aan.
‘Welbeschouwd, is mijn leven één grote mislukking.’
‘Tsja…’, zegt Reinout zonder al te veel compassie in zijn stem.
‘Maar voor het zelfde geld had het dier ook iets anders kunnen zeggen’, houd ik vol.
‘Zoals wat?’
‘Zoals: ‘Gelukkig heb ik negen levens’ of ‘Dat heb ik knap overleefd’ of…
‘Een verzopen kat…’onderbreekt Reinout me. ‘Ja, dat ben ik.’
‘Niet verzopen! Uit de sloot gekropen’, verbeter ik. ‘Niet mislukt, maar… ?’
‘Ja ja ja, je kunt alles wel mooi praten.’
‘Precies…’, zeg ik ‘…welbeschouwd kan dat zeker. Welbeschouwd kun je meer dan één verhaal over jezelf vertellen. En welk verhaal je vertelt maakt nogal uit.’