Jezelf worden is een werkwoord.
Ons zogenaamde ‘zelf’ staat niet vast. We zijn altijd meer dan we denken en voelen te zijn. Als we met nieuwe mensen omgaan of als de omstandigheden veranderen, komt er iets nieuws, iets ongekends in ons boven.
Zelfs als ons leven tamelijk gelijkmatig verloopt, lijkt onze zogenoemde identiteit nog het meest op een verhaal dat telkens opnieuw en anders verteld en geleefd moet worden. Maar de titel blijft (meestal) hetzelfde: onze eigennaam. Die naam houdt ons als het ware bij elkaar. Voor onszelf en voor anderen. Maar ergens onder die eigennaam kan een lastig te beantwoorden vraag schuil gaan: ben ik wel wie ik ben? Het antwoord is: ja en nee. Je bent onderweg. In wording. Je staat nooit vast en stil.
En daar blijft het niet bij. Net als ons zogenoemde ‘zelf’ is ook de wereld in wording. Alles is voortdurend in beweging. Dat komt omdat niets op zichzelf bestaat. Alles is verbonden. Relationeel.
Deze bewegende verbondenheid heeft een voor- en een nadeel. Als niets vast staat heb je meer reden om je onzeker te voelen. Maar de positieve vorm van deze onzekerheid zou je ‘hoop’ kunnen noemen. Als alles in wording is valt er ook iets anders te verwachten.
Mensen klampen zich vaak vast aan overtuigingen die ze liever niet betwijfelen. Maar juist deze onbetwijfelbare overtuigingen zijn de voedingsbodem van veel problemen. Je houdt ze soms tegen beter weten in voor waar. Je durft niet anders of nauwkeuriger te gaan kijken. Je loopt vast.